Een vraag die ik geregeld krijg ”Waar heb jij geleerd om zo met dieren om te gaan?”
Deze foto is het antwoord.
Ik ben geboren in Colombia en opgegroeid in een krottenwijk, daar waar een kans op een mooie toekomst nihil was. Mijn Colombiaanse biologische vader is doodgeschoten en mijn biologische moeder heeft mij niet kunnen opvoeden. Ik ben met een half jaar ontnomen van mijn biologische moeder en na 1,5 jaar in het kindertehuis te hebben geleefd, ben ik met 2 jaar naar Nederland gevlogen met mijn nieuwe ouders. Ik noem mijn ouders nooit mijn adoptieouders, omdat ze echt als mijn ouders aanvoelen en ik het ontzettend getroffen met ze heb. Wat er ook is gebeurd, door hun heb ik echt wat van mijn leven kunnen maken.
Mijn ouders hadden al snel door dat ik een heel energiek en levendig kind was. Ze lieten mij ook altijd lekker buiten spelen, hutten bouwen en ik mocht altijd met mijn buurvrouw (die ik als mijn tante beschouw) mee naar de boerderij. Daar waar mijn liefde voor dieren zicht ontwikkelde. Vanaf mijn 4de nam mijn tante mij mee en mocht ik al op hele grote paarden rijden. Angst? Wat was dat? Dat kende ik niet! Sterker nog, hoe groter het paard hoe leuker ik dat vond.
Dit is Etkhar, een paard die ik ontzettend aanvoelde. Als klein kind sprak ik eigenlijk nooit tegen dieren. Ik kon gewoon Nederlands spreken, maar ik werd altijd heel rustig bij dieren. Ik was altijd heel stil bij ze en werkte en deed eigenlijk alles met lichaamstaal. Mijn tante stimuleerde dit al snel.
Als klein kind zat ik geregeld op het aanrecht en keek ik door het keukenraam. Wachtend op mijn tante, want ik zou weer mee naar de dieren mogen.
Rond mijn 7de begonnen mijn zogeheten persoonlijke ”gedragsproblemen.” Ik wilde niet met mensen spreken en vertrouwde ze als snel niet meer, ik ben ook echt een tijd mensenschuw geweest. Ik was altijd al anders dan andere. Ik was extrovert, was snel boos en huilen, oei dat was verboden! Ik raakte verhard en voelde mij alleen nog maar veilig op de boerderij. De boer en mijn tante lieten mij altijd heel erg vrij daar. Ze wisten dat ze mij met rust moesten laten. Hierdoor ben ik heel snel zelfstandig geworden en heb ik geleerd mij enkel te focussen op mezelf met de boerderijdieren. Als er een lammetje werd geboren, waarvan ik zag dat ik moest helpen, deed ik dit gewoon. Ik leerde mijn intuïtie en gevoel te volgen. Naderhand vertelde ik het pas en kreeg ik altijd complimentjes. Ik kon nooit complimentjes aannemen, maar ik wist dat ik wat goed had gedaan en daar bleef het bij. Niemand die mij vertelde hoe het moest, dat was fijn, want zo leerde ik het zelf.
Nu ik terugkijk op mijn jonge jaren, wist ik altijd al wat ik nodig had van de mensen om mij heen. Ik wilde geaccepteerd worden zoals ik was. Dat ben ik veelal niet geweest in het leven. Alle dieren accepteerde mij wel en dat voelde goed en veilig.
In al die jaren op de boerderij, daar waar ik nog steeds wekelijks kom, heb ik zelf mogen leren en ontdekken hoe ik dieren zou kunnen begrijpen en helpen. Ik wist niet beter dan altijd stil, rustig en geduldig bij en met ze te zijn. Geen studie kon hier tegenop, want wat ik daar allemaal wel niet heb geleerd is zoveel. Ik mocht al snel meehelpen met keizersnedes, kalfjes en lammetjes uit de buik halen. Ik maakte op jonge leeftijd in mijn eentje lange buitenritten. Ik werd vrij gelaten, omdat iedereen in mijn omgeving zag dat ik daar zo gelukkig was. Ik voelde geen pijn, verdriet en innerlijke strijd als ik daar was. Zowel, dan durfde ik alleen bij de dieren uit te huilen.
Toen ik mijn methode ontwikkelde met mensen en honden, heb ik mezelf één ding gezegd, zodat ik nooit aan mezelf door negatieve invloeden zou twijfelen; ”Leidy, jij hoeft je nooit en ten nimmer te verdedigen. Jij hebt iets meegekregen van jongs af aan. Je hebt jezelf met dieren ontwikkeld en dat is een gegeven. Het is mooi, puur en bijzonder en dat mag je delen met anderen mensen. Het komt vanuit je hart en dat klopt.”
Er zijn veel hulpverleners, psychiaters, psychologen geweest die zeiden dat ik het niet zou maken in het leven. Dat ik het niet zou redden en er niets van mij terecht zou komen. Gelukkig weet ik beter! Ik geloof in mezelf en heb mezelf lief en dat heb ik te danken aan alle zielspiegels die er op mijn pad zijn geweest en nog steeds zijn.
Ik ben een dankbaar en gelukkig mens.